Thuis blijven wonen
Iedereen wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook ouderen en mensen met beperkingen. Dat is de gedachte achter het aanpassen van een aantal wetten, onder andere de WMO, de AWBZ en het scheiden van wonen en zorg. Deze wetten ondersteunen de verandering van overheidsregie naar eigen regie. Straks zijn er door deze wetten meer mogelijkheden om mensen thuis te laten wonen. Meer mensen met ondersteuningsbehoeftes kunnen dan zelf hun woonwensen realiseren met hun naasten. En daarnaast geven we ‘de markt’ de ruimte om nieuwe wonen, zorg en welzijnsconcepten te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor de ouder wordende mens. Dat is het idee zoals de overheid het propageert.
Vastgoedmalaise
Naast alle best ingewikkelde wetswijzigingen fietst de ‘crisis’ op de woningmarkt er door heen. Dat is wat de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) in haar advies ‘Langer zelfstandig, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn’, http://bit.ly/KL2Chp ook constateert. Zij ziet een groeiende kloof tussen vraag en aanbod van verzorgt wonen en verwacht een tekort van 40.000 tot 80.000 passende woningen op korte termijn http://bit.ly/1ci1T2s.
De knelpunten die de raad signaleert zijn:
- De scheiding van wonen en zorg en de decentralisatie AWBZ naar de WMO zorgen op zeer korte termijn voor een groeiend aantal mensen wat met een zorgbehoefte thuis blijft wonen en niet meer in aanmerking komt voor verzorgingshuis of verpleeghuis (NB. we zien nu al dat de indicaties voor deze woonvormen niet meer worden toegekend, nog voor de wetten van kracht zijn)
- Deze wettelijke veranderingen zorgen ook voor leegstand van bestaand zorgvastgoed van ca. 4 miljoen m2. Her bestemmen van (zorg)vastgoed is nodig, maar dat kost tijd en die is er niet
- Coalities tussen woningcorporaties, zorginstellingen en welzijnsaanbieders blijven achter door teveel knellende wet- en regelgeving en de tijdsdruk stimuleert concurrentie tussen deze partners met risico op kapitaalvernietiging
- Maatschappelijke partijen durven geen investeringen te doen door de economische ‘crisis’ en de onduidelijke impact van de verschillende beleidswijzigingen en nieuwe wetten en regels
Eigenlijk zijn deze bovengenoemde knelpunten over de hele breedte van het sociale domein van toepassing. Binnen één beleidskolom bedenken we een gewenste verandering zonder daarbij integraal te kijken naar effecten in de andere kolommen. Burgerinitiatieven komen bijvoorbeeld ook moeizaam van de grond door knellende wet- en regelgeving.
Bed, bad, brood
De Rli raad adviseert het Kabinet een lange termijn visie te ontwikkelen op de verdere scheiding van wonen en zorg. Prima hoor, maar nu is er al de urgentie om gezamenlijk oplossingen te zoeken voor mensen en hun woonplekken. Veilig, beschut, beschermd wonen, het is een basisvoorziening voor je leven in bepaalde levensfase. Dat zal voor een groep mensen toch echt zo blijven. Als sociaal werker leerde ik om eerst zorg te dragen voor de basisvoorzieningen voordat je iemand verder kunt helpen. ‘Bed, bad, brood’ noemden we dat vroeger. Zorg dat iemand een dak boven zijn hoofd heeft, zijn – geestelijke- hygiëne op orde is en dat hij te eten heeft, dan praten we verder. Eerder is er geen beginnen aan. De basisveiligheid moet eerst op orde zijn. Daarom is er ook korte(re) termijn beleid nodig om te voorkomen dat mensen thuis, in de instelling of op straat verpieteren.
Van maatschappelijk aanbieden naar ondernemen
Suggestie voor maatschappelijke partijen: ontwikkel u -ook- tot maatschappelijk ondernemer. Ik zie al veel goede voorbeelden in het land waar zorgaanbieders, corporaties, gemeenten en andere ondernemers vastgoed weer van maatschappelijke waarde maken en zo behouden. Bijvoorbeeld woonzorgcentrum ‘De Wever’ waar ouderen en mensen met een verstandelijke beperking samenleven, http://bit.ly/1g6oXRW. Of ‘de Kraaipan’ in Amsterdam waar senioren samenwonen met een Marokkaanse woongroep en schizofrene mensen. Het gebouw herbergt daarnaast kantoren, een dagbestedingsvoorziening, een restaurant voor de buurt en meer http://bit.ly/1eHkNQT.
Samen voor de buurt
Sterk bij deze voorbeelden is dat de buurtbewoners er óók wat aan hebben. Misschien zijn ze wel vooraf gevraagd? Burgers uit de buurt hebben mogelijk wel goede ideeën wat er met het verpleeghuis kan gebeuren op termijn. Of hoe mensen die thuiswonen hun zorg en ondersteuning in de buurt kunnen krijgen. In Peel en Maas bijvoorbeeld hebben burgers zelf een aantal functies opgezet zoals een ontmoetingscentrum en een dagbesteding voor demente mensen uit de dorpskern, om ervoor te zorgen dat deze voorzieningen beschikbaar blijven, http://bit.ly/MAkEnB. En in Doetinchem hebben senioren dankzij hun doorzettingsvermogen nu hun eigen ontmoetingsplek http://bit.ly/1eBw5HM. Allemaal ontwikkeld in bestaand maatschappelijk vastgoed waarbij hulp van geëigende partijen zoals een gemeente, een zorgaanbieder of een corporatie niet vanzelfsprekend was.
Begin klein en denk groot
De Rli raad zegt in haar aanbevelingen niets over waarde creëren voor buurten en burgerinitiatieven. Jammer, want daar begint de verandering vaak wel. De raad adviseert wel om partijen meer de tijd te geven om de samenwerking vorm te geven, waarbij financiële prikkels kunnen ondersteunen. Prima, maar dat is weer zo’n systeemoplossing die veel gepolder en tijd kost. Zorgondernemers, vraag het gewoon de mensen zelf. Begin klein en denk later groot. Stap de drempel over naar nieuwe maatschappelijke partners en wacht niet langer. Maak van ‘het gebouw’ een ontmoetingsplek, als onderdeel van de buurt en creëer vertrouwen bij de (ouder wordende) bewoner, dan is hij binnenkort misschien al uw huidige klant in plaats van uw toekomstige klant.
Geef een reactie